1572: een religieus rampjaar?

Published on: Nov 7, 2022
Written by: Fred van Lieburg

Onder deze titel hield het HDC Centre for Religious History op maandag 31 oktober een symposium aan de Vrije Universiteit. Agorazaal 1 was met 90 zitplaatsen geheel gevuld, mede dankzij een groep VWO-leerlingen van de Jacobus Fruytier-scholengemeenschap in Apeldoorn die op deze prachtige herfstmiddag met hun docent mee naar Amsterdam waren gekomen. Het was ‘Hervormingsdag’, de traditionele viering van het begin van ‘de’ Reformatie in 1517. Nu ging het over de Nederlandse doorbraak van de protestantse reformatie in 1572, ofwel de geuzenopstand in de beginfase van de Tachtigjarige Oorlog. Maar om dan te spreken over een ‘religieus rampjaar’?

HDC-directeur en hoogleraar religiegeschiedenis Fred van Lieburg legde uit dat het gekozen thema enerzijds verwees naar de ‘Geboorte van Nederland’ die gedurende dit jaar 2022 wordt herdacht, en anderzijds aansloot bij de Maand van de Geschiedenis, die deze keer ‘Wat een ramp!’ als motto voerde. Hoewel in de vaderlandse geschiedenis 1672 als hét rampjaar bekendstaat, is 1572 een goede kandidaat voor eenzelfde kwalificatie, gelet op de burgeroorlog die de inwoners van de Lage Landen in de greep kreeg. Indertijd schreef historicus Henk van Nierop hierover al het intrigerende boek ‘Het verraad van het Noorderkwartier: oorlog, terreur en recht in de Nederlandse opstand’.

Was er in 1572 sprake van zoveel religieuze rampspoed? De inleider benadrukte dat elke interpretatie van het reformatieproces in de Nederlanden dient uit te gaan van de legitieme positie van de kerk van Rome, die al lang vóór Luthers ’95 stellingen’ van 31 oktober 1517 oog had voor gewenste vernieuwingen in het bestuur, het pastoraat en het parochieleven. Keizer Karel V en zijn opvolger koning Filips II zetten hiervoor de nodige stappen in samenwerking met de theologen aan de universiteit van Leuven. Deze ‘katholieke confessionalisering’ in de geest van het Concilie van Trente (1545-1563) leidde tot verhoging van de kwaliteitseisen van de geestelijkheid, uitbreiding van het aantal bisdommen en invoering van plaatselijke visitaties. Ja, van meet af aan hoorden ook de ‘ketterplakkaten’ en de inquisitiepraktijken bij deze reformatie, met helaas tal van harde (dood)straffen tot gevolg.

De ‘gereformeerde confessionalisering’ kwam hier dwars doorheen, hoewel de calvinisten evenzeer uitgingen van het gezag van de staat in de handhaving van de christelijke orde, inclusief de ‘wering en uitroeiing van afgoderij’ (artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis). Vertegenwoordigers van Nederlandse kruis- en vluchtelingengemeenten ontwierpen een alternatief voor een kerkorganisatie tijdens de Synode van Emden in 1571. De proef op de som kwam voor hen na de opstand in Hollandse en Zeeuwse steden, met de weinig bekende Synode van Edam op 16 augustus 1572 als eerste bezinning op het functioneren als publieke kerk in plaats van de roomse hiërarchie.

Maar het waren de Watergeuzen – van wie velen waren veroordeeld door Alva’s ‘bloedraad’ – die pas echt rampzalig inbreuk maakten op de traditionele religieuze leefwereld. Historicus Arjan Nobel, docent aan de Universiteit van Amsterdam, illustreerde in woord en beeld dat het geweld van deze opstandelingen niet beperkt bleef tot de mishandeling van geestelijken, zoals de ‘martelaren’ van Gorcum, Roermond en Alkmaar. Op tal van plaatsen werden kerkgebouwen en kloosters verwoest en nog lang na het uitbreken van de oorlog was er, getuige ene Cornelis uit het dorp Westmaas, sprake van ‘moerden, branden, stelen, roven, malcanderen sonder reden en oorsaken om den hals brengen’.

Geschiedenisdocent en HDC-fellow Jos de Weerd, die vorig jaar aan de VU promoveerde op de reformatie van de Veluwe, zette het geweld in 1572 in een breder perspectief van anticlericalisme en antikatholieke emoties. Hij toonde de fraaie digitale animatie die hij met zijn zwager Jan Hendrik Bosch maakte van buiten- en binnenkant van de (niet meer bestaande) dorpskerk van Apeldoorn vóór de omwenteling. Een update van deze 3d-reconstructie voor het protestantse kerkinterieur is in de maak, zodat nog indringender zichtbaar wordt hoe de omwenteling een einde maakte aan de veelkleurige eredienst als centrum van een in heel het ‘sacrale landschap’ functionerende geloofspraktijk.

Het symposium demonstreerde in nog enkele andere bijdragen de gebruikmaking van digitale technieken voor historische visualisering waar het HDC zich in samenwerking met onderzoekers binnen en buiten de VU wil profileren. Mediëvist Rombert Stapel, verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en verantwoordelijk voor de Historical Atlas of the Low Countries (1350-1800), had speciaal voor de gelegenheid een kaart gemaakt van de herindeling van de Nederlandse bisdommen in 1559/1561. Duidelijk is hoezeer deze indeling, die als kerkelijke hervormingsmaatregel een fiasco werd door het hardhandige optreden van Alva, samenhing met de politieke machtsverhoudingen in de verschillende regio’s.

Historisch-geograaf Reinout Klaarenbeek, conservator van de VU-Kaartencollectie en als zodanig een directe partner van het HDC, trok de lijnen door naar het heden. Zelf gepromoveerd op een studie over de herbestemming van kloosters in Antwerpen, Brussel en Brugge na de opheffing tijdens de revolutie van de late achttiende eeuw, vergeleek hij dit proces van ‘fragmentatie en segregatie van de stedelijke ruimte’ met het lot van kloosters in Hollands oudste stad Dordrecht na 1572. Het was mooi dat Klaarenbeek gebruik maakte van de Kloosterkaart, een 'digital born' online repertorium van alle kloosters in Nederland tot 1800, in samengesteld door Koen Goudriaan, emeritus-hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de VU en opgenomen in Geoplaza, het webportaal voor GIS (geografisch informatiesysteem) bij de Universiteitsbibliotheek.

Kortom, dit was een boeiend en veelzijdig symposium, dat typerend mag heten voor de bredere koers die het HDC sinds enkele jaren vaart, gericht op meer dan alleen het Nederlands protestantisme na 1800. Maar mogen we 1572 nu een religieus rampjaar noemen? Uiteraard gaat het niet zozeer om de toekenning van zo’n etiket. Wel is er genoeg reden om de ingrijpende omstandigheden en gevolgen van de toenmalige burgeroorlog voor het verdere verloop van de Nederlandse geschiedenis ook in het religieuze en kerkelijke domein te onderkennen. Voor de diepe verdeeldheid tussen katholieken en diverse groepen protestanten, die meer dan vier eeuwen bepalend was voor de sociaal-culturele patronen in onze natiestaat, is ‘1572’ achteraf gezien van beslissende betekenis geweest.

Foto: Ab Flipse, universiteitshistoricus VU.

OTAP_STATE