Je hoeft geen historicus te zijn om te beseffen: de toespraak van minister-president Mark Rutte op de televisie was historisch. Niet alleen vanwege de setting – hij richt zich als premier tot alle Nederlanders – maar ook vanwege de inhoud: Nederland bevindt zich in een ongekende crisissituatie. Het nieuwe coronavirus is voorlopig onder ons. Met alle gevolgen van dien voor de gezondheid en de baanzekerheid van mensen.
De ontwikkelingen omtrent het coronavirus hebben ook impact op mediaorganisaties. De mensen daar draaien dezer dagen overuren. Ze zijn, waarschijnlijk veelal thuis, via een laptop en telefoon, op allerlei manieren in verbinding met hun collega’s en met de mensen die ze nodig hebben voor hun verhalen. Iedereen vraagt zich af: wat is het laatste nieuws? De journalisten die zich met andere onderwerpen bezighouden, kunnen hun hoofd er amper bijhouden. Hét nieuws gaat over corona. Het Reformatorisch Dagblad (RD) had met de berichtgeving zelfs een primeur: de krant publiceerde voor het eerst in haar geschiedenis een bericht op zondag: ’Alle scholen gesloten tot 6 april' was de kop.
Aan elk dagblad kleeft wel een anekdote naar aanleiding van een historische gebeurtenis. Zo is dagblad Trouw onlosmakelijk verbonden met de val van de Berlijnse Muur, op 9 november 1989. De correspondent ter plaatse was druk in de weer om het laatste nieuws door te bellen, maar de redactie zag het belang van het nieuws grotendeels over het hoofd. De volgende dag stond er slechts een klein bericht op de voorpagina. Naast een bericht over een groot mestoverschot in Nederland. Men was het nieuws over Oost-Europa een beetje zat en ‘eigen’ nieuws had onder normale omstandigheden voorrang. De volgende dag hadden de verantwoordelijke redacteuren hoofdpijn.
De huidige coronacrisis krijgt een eervolle vermelding in de annalen van het RD. Degenen die weinig tot niets weten van dit dagblad, weten vaak wel dat de website op zondag is afgeschermd. Ik krijg het geregeld voor de voeten geworpen, als ik mensen vertel dat ik onderzoek doe naar de geschiedenis van deze krant. De zondag is rustdag. Dan biedt de redactie geen nieuwsberichten aan. Slimmeriken, en die zijn ruim voorhanden in de refowereld, schijnen de digitale omheining gemakkelijk te kunnen omzeilen. Maar dat is het punt niet: het RD geeft hier een reformatorisch visitekaartje mee af.
Het RD werd in 1971 opgericht. Toen vroegen SGP’ers en belangrijke predikanten zich af: wat moeten we ermee? Zo’n krant komt nooit van de grond en bovendien: we hebben het partijblad De Banier, en kerkbladen. Wat heb je nog meer nodig? Ruim twintig jaar later, toen internet zich even revolutionair als onafwendbaar aankondigde in Nederland, keken veel reformatorische partijen naar het RD: als iemand dit moet coördineren, dan toch de krant? Zoveel was er dus veranderd in een tijdsbestek van ruim twintig jaar. Bovendien: de televisie werd steevast afgewezen maar toen internet zich aandiende, wisten de beleidsbepalers van het RD meteen: hier kunnen we niet omheen. En dat gold niet voor elke mediaorganisatie.
Al gauw rees het idee om de wbsite op zondag niet toegankelijk te maken. Niet omdat zich geen nieuws aandient op deze dag, maar wel om de abonnees en andere geïnteresseerden eraan te herinneren dat de zondag staat in het teken van de eer van God. De rest is bijzaak. Dat het RD toch een nieuwsbericht publiceerde afgelopen zondag, laat zien hoe ingrijpend de situatie omtrent het nieuwe coronavirus is. Het RD-bericht van zondag maakt ook duidelijk: met de omarming van het internet gaat de reformatorische wereld langzaam open. Of misschien wel heel snel.