De dialectiek van het neocalvinisme

Published on: Jan 23, 2021
Written by: Fred van Lieburg

De honderdste terugkeer van de sterfdagen van Abraham Kuyper en Herman Bavinck in 2020 en 2021 geeft op verschillende manieren aanleiding tot bezinning op de geschiedenis en doorwerking van het neocalvinisme in Nederland. De herdenking zou niet compleet zijn zonder ook aandacht te geven aan het ‘oud-calvinisme’ als natuurlijke tegenhanger van de ‘nieuw-gereformeerde’ beweging. Sinds het begin van de calvinistische herleving op maatschappelijk, theologisch, politiek en kerkelijk gebied – vanaf ongeveer 1870 – is het orthodoxe protestantisme in Nederland sterk verdeeld geraakt, maar is het besef van een gemeenschappelijke oorsprong en een gezamenlijke agenda nooit verdwenen. Tot op heden lijkt er sprake te zijn van ‘feindliche Brüder’ als we letten op de verhoudingen tussen CDA, CU en SGP; de PKN, HHK en de gereformeerde kerkverbanden; of de dagbladen Trouw, ND en RD. Meer in het bijzonder duiden de cultuurverschillen tussen vrijgemaakte en bevindelijke gereformeerden (grefo’s en refo’s) en hun gevoeligheid voor diverse soorten van internationaal evangelicalisme/puritanisme op dieperliggende patronen in schijnbaar tegenstrijdige tradities. Voor de buitenwereld is het niet altijd duidelijk of het populaire begrip ‘Biblebelt’ alleen op SGP-ers of RD-lezers slaat, of ook op CU-stemmers en ND-klanten.

Het HDC Centre for Religious History organiseert op 17 maart 2021, 13-15 uur, een online seminar, waarin de problematiek van nieuw- en oud-calvinisme op de onderzoeksagenda wordt gezet. De focus ligt daarbij op de eerste helft van de twintigste eeuw, omdat een vergelijkende, interdisciplinaire en interkerkelijke benadering voor die periode het meest fundamenteel en richtinggevend lijkt. Aan het begin van die eeuw consolideerden zich de Gereformeerde Kerken in Nederland (pacificatie van 1905), de hervormd-gereformeerde beweging (oprichting van de Gereformeerde Bond in 1906) en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (vereniging van 1907) binnen een breder spectrum waarin ook confessionele hervormden en traditionele (christelijk-, oud-)gereformeerden opereerden (denk aan Hoedemaker, Lindeboom, Van Lingen, Visscher, Kersten, Boone). Decennialang onderging het gehele krachtenveld de gevolgen van wat Kuyper al in 1901 benoemde als ‘drie kleine vossen’: intellectualisme, mysticisme en practicisme (denk aan Hepp, H.H. Kuyper, Geelkerken, Wisse). De kerkelijke conflicten medio twintigste eeuw (denk aan Schilder, Kok en Steenblok), nauw verstrengeld met het oorlogstij, suggereren dat de spanningen niet waren opgelost. Sindsdien is de framing van ‘rationeel’/‘extravert’ tegenover ‘emotioneel’/‘introvert’ calvinisme alleen maar sterker geworden. De veranderende politieke en maatschappelijke context van ontzuiling en herzuiling rechtvaardigt een voorlopige focus van de beoogde terreinverkenning op de periode vóór de jaren zestig.

Het HDC geeft dit seminar graag vorm in een reeks korte bijdragen van vele kenners om dit veelzijdige terrein goed in kaart te brengen. Juist de noodgedwongen digitale vorm van een Zoommeeting geeft de kans om allerlei stemmen aan het woord te laten komen. Ieder die in 5 à 10 minuten een voorstel wil presenteren over een onderzoeksuggestie, een verklaringshypothese, een veelbelovende bron, een vernieuwende casestudy, of wat dan ook, wordt uitgenodigd zich hiervoor aan te melden bij Fred van Lieburg (e-mail f.a.van.lieburg@vu.nl). Uiteraard kan ook iedere geïnteresseerde zich – via hetzelfde emailadres – opgeven om deze bijeenkomst als toehoorder bij te wonen. We hopen op een informatieve bijeenkomst met een inspirerende discussie, die mogelijk kan leiden tot een vervolgsymposium na de coronatijd en een bundelproject waarin het onderwerp door een groep auteurs systematisch en empirisch wordt uitgewerkt.

OTAP_STATE