Nieuw Binnengekomen Archieven: van ‘Uilenraad’ tot FQI

Published on: Dec 9, 2021
Written by: Dagmare Houniet

In april 2020 schreef ik een stuk met de titel ‘Archiveren op afstand. Kan dat?’. Inmiddels zijn er twintig maanden verstreken en heeft het HDC / Protestants Erfgoed van de UB ondanks en dankzij de beperkende corona-maatregelen, veel archieven en aanvullingen op reeds bestaande collecties in ontvangst mogen nemen. Zoveel zelfs, dat er een nieuwe afkorting is ontstaan: NBA. Nieuw Binnengekomen Archieven. Als je veel diverse collecties moet bespreken, praat dat wel zo makkelijk!

In dit stuk wil ik een aantal aansprekende stukken beschrijven die werden overgedragen en inmiddels toegankelijk zijn voor onderwijs en onderzoek. Zij laten de breedte en diversiteit van onze collecties zien. Tijdens voorbereidingen ten behoeve van een verbouwing van de eerste etage van het hoofdgebouw, kwamen ook een aantal stukken aan het licht die het waard zijn om in een van de collecties onder te brengen.

Om dicht bij huis te beginnen, in dit geval de Vrije Universiteit, werd er een losbladige publicatie in een plastic omslag in de collectie opgenomen met de titel ‘10 jaar Uilenstede’. Sober (of prijsbewust?) uitgegeven in zwart-wit. Dit stuk wordt vergezeld van de ‘Algemene Bepalingen voor de bewoners van de studentenflats behorende tot het studentencentrum van de Vrije Universiteit-, Uilenstede, Amstelveen’ uit december 1972. In de inventarisstaat treft de lezer het volgende aan: ‘1 bed, 1 matras, 1 matrasdek, 1 kussen, 1 papierbak, overgordijnen, 1 stoel, 1 bureau, 1 boekenrek, 1 luidspreker en 1 tv-snoer’. In dit exemplaar is te zien dat het lijstje met een balpen afgevinkt is. Andere bepalingen voor de nieuwe bewoner betroffen richtlijnen inzake schilder-, hang- en sluitwerk, dat studenten die geen eigen verzekering hadden, bij studentenhuisvesting een verzekering konden afsluiten die niet alleen brand- of explosieschade maar ook vliegtuigschade dekte (max. ƒ 2.000,- per kamer), en dat plantenbakken alleen aan de binnenzijde van de balkonhekken mochten worden bevestigd. In art. 1 is te lezen dat het beheer en de exploitatie van Uilenstede door de SSH gedelegeerd was aan een college van gekozen vertegenwoordigers: De Uilenraad.

Iets meer dat een decennium later is aan twee posters van het Vormingscentrum VU te zien dat er in de samenleving, en kennelijk ook bij de VU, aandacht was ontstaan voor diverse vormen van spiritualteit. De twee affiches werden door Lida Ruitinga, voormalig conservator Kaarten van de UB, overgedragen. Beide zijn gekleurd in paars met wit en zijn voorzien van de teksten: ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet. Een programma over mystiek. Workshops. Sacred dance en meditatie. Kaartleggen. Astrologie. Aura en chakra reading. 5-28 november 20.00-22.30 uur’ (1985) en ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet. Een programma over mystiek. Lezingen 15.30 uur Hoofdgebouw VU.’ (1989). Beide zijn toegevoegd aan de affiche-collectie van het HDC / Protestants Erfgoed.

Tijdens de voorbereiding van de bovengenoemde grootscheepse verbouwing, kwamen diverse stukken aan het licht die ook aan de collecties moesten worden toegevoegd. Ik had wel eens gehoord, dat toen men bij de VU begon met de werving van archieven, en in 1971 het Historisch Documentatiecentrum werd opgericht, dat van de allereerste collecties een lijst was gemaakt. Nooit tegengekomen. Dit stuk is om een aantal redenen interessant. Inclusief voorblad telt deze inventarisatie van de vroegste 316 archieven en collecties 49 getypte bladzijden. De laatste vier vermeldingen zijn in 1982 met de hand bijgeschreven. Het stuk dateert uit januari 1979 en is gebaseerd op een ruimtelijke inventarisatie (aanvankelijk op fiches) van de archiefbewaarplaatsen 1B-18 en 1B-21, gemaakt door drs. P. Hoekstra in 1977. In de lijst staan ook vermeldingen zoals ‘in kelder achterin’ of ‘tussen rek V en W’. Op een van de pagina’s wordt de huidige KB-07 genoemd. Voordat in dit depot verrijdbare stellingen in gebruik werden genomen, stonden er rekken.

Waar kwamen deze eerste aanwinsten vandaan en welke beperkingen golden er voor inzage? Hoe werden de stukken overgedragen? Ten eerste kwamen er stukken uit de bibliotheek, van de afdeling Acquisitie. Maar er werd ook veel geacquireerd door dr. George Puchinger die dankzij zijn lidmaatschap van de Utrechtse S.S.R. een groot netwerk had opgebouwd. In ‘± 1972’ stukken betreffende het Accoord van Wassenaar bijvoorbeeld, en de oratorische vereniging A.G.O.R.A.. In deze ruimtelijk inventarisatie, in een aparte kolom, was ruimte ingericht voor opmerkingen, waaronder raadplegingsbeperkingen. In het geval van A.G.O.R.A. bevatte het archief stukken betreffende ‘zuivering 1945’ en er staat dan ook vermeld ‘niet laten inzien’. Bij de acht notulenboeken en twee mappen met correspondentie afkomstig van de AR-Kamerclub die Puchinger geordend had, staat getypt: ‘voorzichtigheid is wel geboden! gesloten na 1940’. Verder werden stukken overgedragen door onder meer het Kuyperhuis in Den Haag, Jan Ridderbos, de Zendingsraad, de VU-bibliothecaris dr. J.C. Breen en de weduwe van mr. H. Bos Kzn. De laatstgenoemde stukken werden in 1970 overgedragen uit diens nalatenschap. Ook werd er correspondentie van H. Colijn als directeur van de B.P.M. en als minister overgedragen door de secretaris van Colijn, dhr. Reysiger. In de zevende kolom staat de raadpleeg-beperking: ‘niet zolang R. nog leeft’. Ook werden er stukken betreffende de herbegrafenis van Colijn, dat in Den Haag plaats vond, overgedragen, waaronder de houten grafpaal. Al ‘voor 1962’ werd ongeveer vijf meter aan particuliere correspondentie van F.W. Grosheide overgedragen. Het archief zou tot 50 jaar na diens dood gesloten blijven, maar er is een aantekening toegevoegd: ‘Prof. Nauta zal aan fam. vragen termijn te bekorten’. In 1972 werden stukken van ds. H. Hasper betreffende psalmberijming overgedragen met de aantekening: ‘Er is overeenkomst gesloten. Voorzichting ivm vele conflicten van ds. Hasper’. Een van de archieven die in 1B-18 werd opgeslagen waren persoonlijke aantekeningen van prof. A. Steketee. De bepaling die erbij vermeld staat is: ‘niet aan Kampen afstaan’.

Wat betreft de overdracht is er sinds de vroege jaren ’60 tot in de jaren 2000 veel veranderd, maar in sommige gevallen niet. Nu worden archieven in meer of mindere mate geordend aangeleverd. Zo ontvingen de medewerkers van het HDC / Protestants Erfgoed een koffer met daarin stukken betreffende Corps disputen. In de ‘oerlijst’ wordt bij één archief vermeld ‘oorspronkelijk in koffers’. Soms verandert er weinig!

Bij het HDC/Protestants Erfgoed gaat het niet alleen om het woord, maar ook om voorwerpen en beeldmateriaal in de vorm foto’s. Deze, veelal zwart-wit of in sepia, maken deel uit van uiteenlopende collecties. Een zwart-wit foto met bruin passe-partout, omvang 27 x 32,7cm, is onlangs toegevoegd aan het Lanx-archief. De foto laat een groep jonge mannen zien, het bestuur en de leden van FQI (Fides Quadrat Intellectum), het studentencorps verbonden aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Kampen, en een aantal leden van S.S.R..

Al deze aanwinsten en teruggevonden stukken, behalve de stukken die in het Lanx-archief zijn opgenomen (voor raadpleging is toestemming van het bestuur nodig), zijn op termijn opvraagbaar via https://www.hdc.vu.nl/nl/index.aspx > Aanvraag archiefstukken.

Hierboven de foto van FQI met aan de bestuurstafel leden van S.S.R.. Met dank aan het bestuur van het VU Corps. De stukken rond Uilenstede zijn toegevoegd aan de collectie Losse Stukken (archiefnummer 299), nummer 389. De ‘Oerlijst HDC-archieven’ is opgenomen in collectie 299, nr. 462.


OTAP_STATE