Het archief van Arie Adrianus Spijkerboer (*1928-†2012) werd in 2020 overgedragen aan het HDC | Afdeling Protestants Erfgoed van de bibliotheek van de Vrije Universiteit. Van september tot oktober 2020 is het archief ontsloten. Het blijkt juwelen van stukken te bevatten. Niet uitsluitend over Spijkerboer, maar ook over zijn echtgenote A.C.M. Spijkerboer-Mons, zijn vader ds. L.C. Spijkerboer en de families Van Nes, Verhagen, Van Walsum, Van Cappellen, Mons en Van Klaveren. Dat laatste verklaart meteen ook waarom het oudste stuk uit 1860 dateert.
Arie Spijkerboer werd op 18 juli 1928 geboren in het Overijsselse Welsum. Hij was het vierde kind in het gezin van de hervormde (ziekenhuis)predikant L.C. Spijkerboer (*1893-†1975) en Neeltje Petronella van Walsum (*1896-†1978). In het archief zijn stukken betreffende hun huwelijksinzegening bewaard gebleven, en ook de geboortekaartjes van hun kinderen. Arie groeide op in Oost-Souburg op Walcheren waar hij de Tweede Wereldoorlog meemaakte. Het archief bevat schrijnende brieven en briefkaarten die via het Rode Kruis werden verzonden door vader Spijkerboer in Souburg aan diens schoonzuster Sophie en zwager Han v.d. Leeden in Oud-Beijerland.
Spijkerboer volgde het Stedelijk Gymnasium in Middelburg. Afgaande op de bewaarde eindexamenlijst was hij een pientere leerling en behaalde hij over de hele linie goede cijfers, met een 9 voor geschiedenis. Een paar maanden voordat hij in juni 1946 voor zijn eindexamen slaagde, in april om precies te zijn, schreef hij zich in aan de Universiteit Utrecht om aldaar Theologie te gaan studeren. Hij had nog overwogen om geschiedenis te studeren, maar koos uiteindelijk voor theologie omdat hij “liever iets anders” vertelde (aldus Spijkerboer in gesprek met Wim Berkelaar, zie afl. 33-35 van Nieuw Protestants Peil). In Utrecht bracht prof.dr. S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel hem in contact met de theologie van Karl Barth. Stukken betreffende zijn beginnende predikantschap, zijn intreepreek, zijn kandidaatsexamen en zijn doctorsbul die hij in 1979 behaalde, en ook andere getuigschriften, laten nauwkeurig de stappen zien die hij tijdens zijn studie en loopbaan zette.
In 1953, voordat hij naar Duitsland vertrok, werkte Spijkerboer enige tijd als assistent ijzerwerker bij de Rotterdamse Drookdok Maatschappij om zo ‘het doen en denken van de arbeiders te leren kennen’. In inventarisnummer 161 is een verklaring omtrent zijn werkzaamheden in Rotterdam terug te vinden. Later zou Spijkerboer nog verder politiek beïnvloed worden. In de tijd dat Spijkerboer vicaris was bij de Duitse theoloog Heinrich Kloppenburg verdiepte hij zijn kennis over Barth. Kloppenburg was actief geweest in de Bekennende Kirche, en als lid van de sociaaldemocratische partij, beïnvloedde hij Spijkerboer ook politiek. Het archief bevat correspondentie met Barth.
Nadat Spijkerboer op 18 september 1953 met Alida Cornelia Martina Mons trouwde (het huwelijk werd ingezegend door de vader van Arie en de huwelijksaankondiging en andere stukken betreffende de huwelijksdag, zoals het menu van het feestdiner, zijn in het archief bewaard gebleven), werd hij, op advies van Hebe Kohlbrugge, in hetzelfde jaar predikant van het Evangelisches Hilfswerk in Berlijn met als opdracht de geestelijke verzorging van vluchtelingen uit Oost Duitsland. Boven een luchtfoto van een verwoest Berlijn en een gebombardeerde Rijkskanselarij, kopte één krant op donderdag 4 maart 1954: ‘Lange blonde jongeman in bruin pilo-pak. Duitse vluchtelingen vinden steun bij dominee Spijkerboor’ (sic). (Zie hiervoor omslag 259.) Wegens een tekort aan predikanten vertrok hij in 1955 naar Frankrijk waar hij de Eglise Réformée in Charleville diende. Daarna was hij predikant in Oosterblokker en omstreken (1960), studentenpredikant in Amsterdam (1966), gemeentepredikant in Amsterdam (1972) en Amsterdam-Bijlmermeer (1980). In de hoofdstad stond hij bekend als ‘de fietsende dominee’. En als hij niet fietste, schreef hij, heel veel. Het archief bevat brieven van personen uit alle geledingen van de samenleving, zoals Cisca Dresselhuys, Lou de Jong, Catherine Keyl, pater Jan van Kilsdonk, Harry Kuitert, Nico Ter Linden, Ad Melkert, Ronnie Naftaniel, Schelto Patijn, Jan Ridderbos, Renate Rubinstein, Joop den Uyl en dr. Joh. Verkuyl.
In 1993 ging Spijkerboer met emeritaat. Een omslag (nummer 211) bevat niet alleen foto’s van deze gebeurtenis, maar ook een rijke keur aan kindertekeningen, gedichten, gelukwensen en kaarten. Afgaande op dit warme afscheid, was Spijkerboer uitgegroeid tot een geliefde dominee. In 1979 promoveerde hij op De nieuwe Kern en Karl Barth. In zijn proefschrift nam hij stelling tegen de marxistische theologie van de jaren zeventig en bracht ertegen in de theologie van Karl Barth en het gedachtengoed van Jacques de Kadt die in het blad De Nieuwe Kern over de Zwitserse theoloog had geschreven.
In 1981 werd Spijkerboer door de hervormde synode benoemd tot hoogleraar in Leiden, maar Spijkerboer bedankte omdat hij, naar eigen zeggen, liever predikant was dan hoogleraar. In zijn interview voor Nieuw Protestants Peil (afl. 35) bekende hij dat hij liever ‘stukjes’ schreef, met het liefst aan het eind “nog een soundbite”. Later werd G.H. ter Schegget benoemd. Spijkerboer schreef verschillende boeken, waaronder in 1995 een studie over Martin Niemöller, zijn memoires Een rondje om de kerk (2001) en Van hunebed tot Deltawerken. Een korte introductie van de geschiedenis van Nederland (2007). Binnen de PvdA was hij actief in de Banning Werkgemeenschap. Deze groep wil een ruimte bieden “waarin mensen tot helderheid komen door in vrije geest met elkaar van gedachten te wisselen over de boodschap van de Bijbel en het socialisme.” Spijkerboer had een zwak voor de Heidelbergse Catechismus, „omdat er zo veel over genade en geloof gesproken wordt.” De Bijbel noemde hij een menselijk boek. In een vraaggesprek met het Reformatorisch Dagblad zei hij: “De Bijbelschrijvers hadden ook hun beperkingen: er staan taalfouten in de Bijbel. En ze hebben waarschijnlijk gedacht dat de aarde zo plat was als een pannenkoek”. Spijkerboer overleed op 29 april 2012 in zijn woonplaats Santpoort.
Zoals hierboven al genoemd, bevat het archief ook stukken van Alida Cornelia Martina Spijkerboer-Mons. Zij werd op 9 januari 1929 in Neerbosch geboren als dochter vanJohannes Mons en Cornelia Klinkert. Zij studeerde Rechten aan de RU te Leiden en Andragologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Vanaf 1978 werkte zij bij de vakgroep Sociale Geneeskunde aan de Vrije Universiteit als cursusleidster bij de beroepsopleiding van sociaal-geneeskundigen. In de inventaris is aangegeven in welke omslagen stukken over haar terug te vinden zijn. Dit archief bevat ook stukken over Lambertus Christiaan Spijkerboer. Zijn ‘Lijsten van kerkdiensten’ zijn opgenomen in omslag 50. Voor stukken betreffende de families Van Nes, Verhagen, Van Walsum, Van Cappellen, Mons en Van Klaveren, is de inventaris te raadplegen via www.hdc.vu.nl.